Op een steenworp afstand van zijn oude werkomgeving in het Muziektheater werd op zaterdag 28 januari 2012 in de Amsterdamse Mozes en Aäronkerk, met een sobere plechtigheid afscheid genomen van Rudi van Dantzig. Voor Ted Brandsen, artistiek directeur van Het Nationale Ballet, moet het geen sinecure geweest zijn om deze herdenkingsdienst van zijn veel geprezen voorganger te openen met een warm welkomstwoord. Zeker als je bedenkt dat zo'n bijeenkomst vol loftuitingen in een barok kerkdecorum niet Rudi's ding was, bevestigde zijn Rudi’s trouwe vriend Gertjan later. Maar de behoefte aan een passend afscheid leefde bij velen en daar werd gehoor aan gegeven. "Omhels iedereen van de groep", had Rudi zijn naaste opgedragen.
Brandsen sprak over de gepassioneerde en persoonlijke wijze waarop Rudi van Dantzig de Nederlandse danskunst aanzien heeft gegeven, waarin de controverse niet geschuwd werd. Onder zijn geheel eigen visie brachten de drie Van's (Van Dantzig, Van Manen en Van Schayk) Het Nationale Ballet tot internationaal topniveau. Maar hij leed soms ook onder de verantwoordelijkheden van zijn functie en was wars van plichtplegingen.
Indachtig luisterden de aanwezigen naar 'Six Epigraphes Antiques' van Debussy. Diverse pianisten en orkestleden van Holland Symfonia brachten een ingetogen muzikaal eerbetoon met composities van Brahms en Schubert. Bariton Maarten Koningsbergen vertolkte The Plaint uit The Fairy Queen van Purcell als 'letzte lied'. Het enige subtiele religieuze element sprak uit Bach's "Ich rufe zu dir, Herr Jesu Christ". Waren thema's of titels van zijn balletten een verwijzing naar het Nieuwe Testament met een engel als tastbaar symbool, Rudi vertrouwde een danser ooit toe God vooral in de mensen te zien.
Namens de gemeente Amsterdam sprak wethouder Gehrels over de ontroering om het heengaan van de op 19 januari overleden choreograaf, artistiek directeur en schrijver die in 2005 de zilveren medaille van de stad Amsterdam ontving. Heel treffend noemde Arjan Peters (redacteur Volkskrant) Rudi's peilloze eenzaamheid als een soort zelfverkozen veilig bastion, van een immer worstelende eenling. Even werd de welhaast serene stilte in de kerk doorbroken door de anekdote dat Rudi niet van het bestaan van zijn gironummer scheen te weten toen men daarop een honorarium wilde overmaken. Zijn empathie en strijd voor rechtvaardigheid raakte velen.
Indrukwekkend was de spontane speech van Toer van Schayk die sprak over Rudi's laatste weken, diens realistische ziektebeeld en dankbaarheid voor wat hij nog wel kon en de vele schriftelijke steunbetuigingen die hij ontving. Rudi's visie op het leven en zijn intuïtieve benadering van mensen en muziek maakten al vroeg een diepe indruk op Toer. Van Schayk verplaatste zich op treffende wijze in zijn oud partner en collega door voor Rudi te spreken, wanneer hij deze bijeenkomst had kunnen gadeslaan: "Is dit allemaal om mij te gedenken? Onzin, ik ben er nu niet meer. Never mind, ga door!" "Rudi heeft tot de laatste druppel energie geleefd.", citaat Gertjan.
Omlijst door pianospel brachten alle ruim 600 aanwezigen een laatste groet bij de baar om daarna achter in de kerk elkaar te ontmoeten met herinneringen die nog lang zullen voortleven. In besloten kring werd Rudi van Dantzig later die middag gecremeerd. Wat hij ons nalaat is de echo van zijn indrukwekkende oeuvre aan taal in beweging en geschrift.
Ronald Schuurman